Gezondheidsbeleid
Afspraken in verband met drank en voeding.
In de klas:
-
Water is de hele dag beschikbaar en mag, in overleg met de leerkracht, altijd gedronken worden. Meebrengen van thuis in herbruikbare fles of rechtstreeks van de kraan (bekers in de klas). Drinkbussen kunnen op school gevuld worden met kraantjeswater.
-
In de klassen wordt niet gegeten.
Op de speelplaats (en in de opvang):
-
Geen snoep
-
Een koek die voedzaam is. Koeken met een chocoladelaagje en chocoladerepen zoals mars, twix, ... zijn niet toegestaan (ook al om hygiënische redenen). Verpakt in een herbruikbaar doosje of de verpakking achterlaten in de vuilbak van de klas. Er zijn geen vuilbakken op de speelplaats (enkel een groencontainer).
-
Verplicht fruit of groente op dinsdagvoormiddag en donderdagvoormiddag. Andere dagen mag het uiteraard ook!
Drank:
-
Geen frisdrank, geen energiedrank.
-
Meegebracht van thuis: enkel in herbruikbare drinkfles.
-
In de kleuterschool zijn brikjes nog wel toegestaan, maar we hebben liever een drinkbus.
Drankfonteintjes zijn er in de lagere school.
Drinken van kraantjeswater kan ook in de klas, na de speeltijd.
In de refter:
-
Brood verpakt in een herbruikbare verpakking (brooddoos; geen aluminiumfolie).
-
Drankje van thuis (herbruikbare verpakking) of aangekocht op school. Geen frisdrank, geen energiedrankjes.
-
Geen snoep. Ook geen klein snoepje in de brooddoos. (snoep heeft meestal suiker als één van de hoofdbestanddelen). Een uitzondering: chocolade of periodegebonden zoetigheden in de brooddoos kan, maar enkel één week voor en na 6 december en één week voor en na Pasen. "Een stukje liefde van thuis" kan ook op een andere manier meegegeven worden. Een briefje ter gelegenheid van de verjaardag, een extra stukje fruit, yoghurtje, wat kleine koekjes,...vinden de kinderen even leuk!
Leerkrachten en refterbegeleiders hebben het recht om toe te zien op het respecteren van de regels en te beoordelen of kinderen (hun ouders) "gezond" bezig zijn. Geen discussies dus over wat wel of wat niet mag: de begeleiders kunnen "te veel of te ongezond" op een redelijke manier met kinderen/ouders bespreken en eventuele foute voedingsgewoonten bijsturen.
Het hele snoepverhaal kadert niet enkel binnen het gezondheidsbeleid, maar heeft ook een sociaal aspect: zoveel mogelijk de gelijkheid tussen kinderen bewaren.
Dat is wat we vanuit de school wel kunnen: op bepaalde momenten in het jaar, bij een bepaalde gelegenheid iets geven dat voor alle kinderen hetzelfde is.
Sommige ouders menen het bijzonder goed met de gezondheid van hun kinderen. Hun inzet wordt echter bemoeilijkt door de ouders die hun kinderen wel van alles en nog wat meegeven. Begrijpelijk dat het niet eenvoudig is om dan altijd je kind van alles te ontzeggen. Vandaar: je kind snoep geven, doe je best thuis...